De SRI van beleggen in obligaties (of sparen) en beleggen in aandelen ligt ver uit elkaar. Maar de SRI kijkt alleen naar de korte termijn en houdt geen rekening met inflatie. Op de lange termijn neemt het risico van beleggen in aandelen juist af, terwijl het inflatierisico bij beleggen in obligaties (of sparen) toeneemt. Daardoor is het verschil in risico tussen obligaties (of sparen) en aandelen uiteindelijk kleiner dan de SRI suggereert.
Wat meet de SRI?
Als je belegt, kom je de samenvattende risico-indicator (SRI) tegen met een schaal van 1 (laag risico) tot 7 (hoog risico). Beleggingsfondsen die zich richten op particulieren zijn verplicht deze te tonen. Het doel is simpel: met één oogopslag de belegger een idee geven van het totale risico.
De SRI is vooral gebaseerd op de prijsschommelingen van een fonds in de afgelopen vijf jaar. Omdat aandelenfondsen meer schommelen, krijgen ze een hoge SRI-score van 4 tot 7. Obligatiefondsen krijgen een lage score van 1 of 2. Sparen heeft geen SRI-score, maar zou op een 1 uitkomen.
Wat meet de risico-indicator?
De risico-indicator kijkt naar schommelingen in waarde in het verleden. Hoe groter die schommelingen, hoe hoger de score. Het is geen garantie voor toekomstig rendement, het geeft wel een realistisch beeld van het risico.
Waarom is de SRI onvolledig?
De SRI vertelt niet het hele verhaal, dat vinden de Europese toezichthouders zelf (ESMA, FCA) en belanghebbenden ook (Better Finance). Er wordt namelijk geen rekening gehouden met het inflatierisico en de afnemende risico’s bij beleggen op de lange termijn.
Het verborgen risico: inflatie
De SRI houdt geen rekening met inflatie: het risico dat je geld minder waard wordt. Zo lijken obligatiefondsen veilig door hun lage SRI en voelt ook sparen veilig aan, maar is de rente vaak lager dan de inflatie. Over een langere periode verlies je dan koopkracht.
Aandelenfondsen (zoals UpToMore) hebben weliswaar een hogere SRI, maar historisch gezien is het rendement hoger dan inflatie, zodat je op lange termijn je koopkracht behoudt.
Als in de SRI het inflatierisico voor een belegging op lange termijn zou worden meegewogen, zou de score van obligatiefondsen waarschijnlijk hoger uitvallen.
Waarom beleggen voor de lange termijn zo belangrijk is
Tijd is de beste bescherming tegen risico’s. Als je je geld voor langer dan vijf jaar opzij kunt zetten, biedt beleggen in een breed gespreid aandelenfonds een goede bescherming tegen risico’s:
- Herstel van de markt: Het verleden biedt geen garantie voor de toekomst, maar tot nu toe zijn beursdalingen altijd gevolgd door herstel. Als je een lange horizon hebt, kun je dalingen ‘uitzitten’ en hoef je je beleggingen niet te verkopen als de markt is gezakt.
- Bescherming tegen inflatie: Op de lange termijn bestaat je risico uit twee componenten: koersdaling en verlies van koopkracht, oftewel inflatie. Een koersdaling kan een grote schok zijn, maar is historisch gezien vaak tijdelijk. Het gevolg van inflatie is daarentegen permanent en kan, onopgemerkt, de waarde van je vermogen uithollen. Aandelenfondsen hebben historisch gezien een hoger rendement dan de inflatie, zodat de koopkracht van je vermogen groeit.
